De Morinelplevier. Tot begin dit jaar voor mij een onbekende vogelsoort. Het is een plevierensoort die algemeen voorkomt en broedt in de noordelijke toendra-gebieden van Europa, Azië en Noord-Amerika. Ze overwinteren in zuidelijker streken en trekken daar in augustus-september naar toe om vervolgens in april-mei weer noordwaarts te verhuizen. Zuidwaarts doen ze meestal in één ruk, noordwaarts willen ze nog wel eens een tussenstop inlassen en verblijven dan vaak op dezelfde pleisterplaatsen. Ook in Nederland en dan vaak aan de kust.
Een week lang verbleef een koppeltje in een uithoek van de AWD en al snel verschenen de eerste foto’s van deze prachtige soort op de diverse sociale media. Ik volgde het aandachtig en toen de grootste drukte voorbij leek én ik wist waar ze te vinden waren, trok ik op de ochtend van 22 mei de stoute schoenen aan en wilde ook wel eens een poging wagen. Ze leken vrij tam, voor een vogel redelijk groot en zo dichtbij huis is natuurlijk een buitenkansje…
Ik liep direct naar de plek waar ze het meest werden waargenomen en was rond de klok van half 7 ter plaatse. Het was nog bewolkt en het licht was niet slecht. Het was een vrij kaal stukje duingebied en mijn ogen zochten nauwkeurig alles af. Geen Morinelplevier te vinden. Je weet het natuurlijk nooit met vogels. Ze kunnen zich goed verstoppen, zomaar ergens anders naartoe vliegen of zelfs helemaal verdwenen zijn.
Voor een kwalitatief betere weergave loont het de moeite de foto’s even aan te klikken!
Ik vergrootte mijn zoekgebied, maar zonder resultaat. Weer terug naar mijn uitgangslocatie waren inmiddels twee andere geïnteresseerden aangekomen. Drie paar ogen zien meer dan één en even na 8 uur was het dan toch raak. Ik zag één van hen de camera ergens op richten. Snel doch behoedzaam schoof ik een beetje in zijn richting en zag al gauw dat dit het was waar we op wachtten.
Aanvankelijk nog wat ver weg, maar ik besloot op goed geluk maar te gaan zitten en af te wachten wat er zou gebeuren. Ik leek geluk te hebben want langzaam maar zeker kwamen ze mijn kant op.
Niet een klein beetje dichterbij, nee, ze kwamen héél dichtbij. Daarbij waren ze niet te beroerd om af en toe ook nog een leuke positie te kiezen, zoals op een klein heuveltje…
… of nét iets achter een heuveltje. Door mijn camera zowat op de grond te leggen, kreeg ik een fraaie vage voorgrond.
Uiteraard maakte ik aan de lopende band foto’s waarvan veel van hetzelfde. Even iets andere beelden toen de veren opgepoetst moesten worden. Ook daarvan weer veel foto’s, waarvan één voor dit blog wel genoeg is.
09 Morinelplevier 10 Morinelplevier
De beestjes voelden zich zó op hun gemak en waren zó tam dat er op een gegeven moment eentje zowat in mijn lens kroop. Afstand minder dan twee meter. Ik kon nog nét scherpstellen en een mooi portret maken.
Ho ho, even terug… dit is wel dichtbij genoeg hoor!
Hierna liepen ze weer terug naar een plekje wat verderop op het nagenoeg kale veldje…
De wazige paarse vlekjes zijn her en der bloeiende Duinviooltjes.
Ze zaten nu vrij dicht bij elkaar. Ik moest iets opschuiven om ze allebei in één plaatje te kunnen krijgen. Niet allebei scherp, maar dat heeft juist wel wat.
16 Morinelplevier 17 Morinelplevier
Het zou om een paartje gaan, mannetje en vrouwtje, maar ik vond het verschil niet erg duidelijk. Het vrouwtje zou wat meer getekend zijn, wat kleuriger, dan het mannetje en dat zou op deze foto’s te zien moeten zijn. Ik hou het er maar op dat het mannetje dan rechts op de voorgrond zit…
Ze zaten zo een poosje stil bij elkaar. Er werd hooguit nog wat aan de veren geplukt. Na en poosje kwam er weer wat beweging in de zaak en wandelden ze een beetje nerveus heen en weer. Dat leverde ook weer veel foto’s op, waarvan hieronder een kleine selectie
Nu met ook de Duinviooltjes op scherpte…
Een vage voorgrond vind ik toch wel erg mooi.
En toen was het ineens uit met de pret: zo plots als ze kwamen zo plots waren ze ook weer weg. Ik zag ze wegvliegen in noordelijke richting om nooit meer terug te komen. Het bleek achteraf de laatste keer dat ze hier werden gesignaleerd. Ik had mijn buit echter binnen en heb alles bij elkaar drie kwartier zitten genieten: over geluk dus niet te klagen. Ook in 2018 zaten ze hier half mei, dus de kans is aanwezig dat ze volgend jaar hier weer even komen aansterken en uitrusten… we houden het in de gaten.
Tot zover dit beeldverslag. Ik ben nu écht helemaal klaar met de AWD in mei. Iedereen dank voor het lezen en vooral het bekijken van deze mooie en – voor Nederland – zeldzame vogels. Wie weet tot een volgende keer
Voor wie alle foto’s in betere kwaliteit wil zien is hier
DE BEELDENCAROUSSEL